Hoe borg je de veiligheid in een groot, multidisciplinair team dat ook nog eens ambulant werkt met misschien wel de zwaarste doelgroep? Bij specialistisch behandelcentrum Idris, onderdeel van de Amarant Groep in Brabant, werken ze al langer met FACT. Deze methodiek voorziet, net als de VeiligPlus-aanpak, in een constante dialoog over veiligheid. Teamleider Tanya Verduijn vertelt.
FACT staat voor Flexible Assertive Community Treatment. De methodiek komt uit de Verenigde Staten en biedt de mogelijkheid tot intensieve en langdurige behandeling in de thuissituatie. Doelgroep zijn mensen met een licht verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek. Vaak kampen deze cliënten ook met sociale problemen, middelengebruik en schulden. “Juist bij deze doelgroep kun je veel bereiken”, vindt Tanya. “We hebben gezien hoe cliënten in kleine stapjes hun leven weer op orde kregen. Dat zijn de pareltjes die ertussen zitten.”
De FACT-teams van Idris werken samen met veel andere partijen, zoals het Zorg- en Veiligheidshuis voor risicovolle bewoners en overlastplegers, de gemeente, de politie, GGZ, huisartsen, MEE en UWV. Per cliënt wordt bepaald met welke partijen het FACT-team in structureel overleg om de tafel zit. Het FACT-team heeft daarbij in principe de regie en coördineert de zorg en de communicatie met de cliënt. “Om optimale zorg te kunnen bieden hebben we veel disciplines in het team”, vertelt Tanya. “Een GZ-psycholoog, psychiater, systeemtherapeut, maatschappelijk werker, verpleegkundige, SPV’er, schuldhulpverlener, jobhunter, noem maar op. Wanneer wij een intake doen, maken we een inschatting van alle expertises die moeten aansluiten.”
De vraag is hoe je de veiligheid borgt in deze grote, wisselende teams. Tanya vervolgt: “Heel belangrijk zijn de FACT-overleggen in de ochtend. Doel van het overleg is bespreken welke acties er eerder zijn ingezet, welke acties we die dag gaan inzetten en welke expertises en veiligheidsmaatregelen daarvoor nodig zijn. We werken binnen FACT met de kleuren groen, oranje en rood om aan te geven hoe het met de cliënt gaat. Per kleur zet het team andere veiligheidsmaatregelen in. We bespreken bijvoorbeeld of de casemanager alleen naar de cliënt gaat of samen met een ander, of hij afspreekt bij de cliënt thuis of in een openbare ruimte. Als we de situatie niet goed kunt inschatten, dan belt een collega vijf minuten nadat de casemanager naar binnen is gegaan. Als het niet goed voelt, kan de casemanager het huisbezoek altijd eerder stoppen.”
“Je merkt als teamleider wanneer iets niet lekker loopt of als mensen niet op één lijn zitten”, aldus Tanya. “Bij een FACT-overleg hoort het zo te zijn dat je alleen de acties van die dag bespreekt. Als de casemanagers de behandellijn zelf gaan bespreken, dan zegt mij dat genoeg. Dan zijn er vragen over de juistheid van de behandellijn. In zo’n geval zorg ik dat we bij elkaar gaan zitten om wel op één lijn te komen.”
Daarnaast is intervisie heel belangrijk voor de veiligheid. “Dat gebeurt bij FACT door een externe intervisor, individueel maar ook in groepsverband. Je moet veel van elkaar weten om goed met elkaar samen te werken. Voel je je niet goed, dan mag dat er zijn. Je kunt niet altijd even alert zijn. Wel moet je op elkaar kunnen bouwen, het gaat ook om veiligheid naar elkaar toe.”
Het gaat er niet om wat is de beste manier is, het gaat erom dat je op elkaar kunt vertrouwen dat de behandeling die je samen hebt uitgezet gevolgd wordt, zodat de bejegening van de cliënt hetzelfde blijft. Tanya beaamt dat: “Daarom zijn de overleggen de basis van onze werkdag. Daar nemen we tijd voor. In het ambulante werk moet je het team zo opbouwen en versterken dat het een eenheid vormt. Dat is het allerbelangrijkste.”
De VeiligPlus-aanpak is een initiatief van Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg (StAG), een samenwerkingsverband van werkgeversorganisatie VGN en werknemersorganisatie CNV Zorg & Welzijn, FBZ, FNV Zorg & Welzijn en NU'91. Voor meer informatie: www.arbeidsmarktgehandicaptenzorg.nl