De kick-offbijeenkomst van de VeiligPlus-aanpak is de eerste stap in de goede richting, is de ervaring van Anouk ten Arve, programma manager bij Stichting IZZ. “Het is een goed moment om met elkaar af te tasten hoe iedereen erin zit. Het is een gezamenlijk startpunt. Je kunt elkaar in de ogen kijken en met elkaar bespreken: wat vinden we ervan? Dat heeft een heel goede uitwerking op het traject.”
In de afgelopen maanden zijn acht organisaties met de VeiligPlus-aanpak aan de slag gegaan. Anouk ten Arve is vanuit Stichting IZZ nauw betrokken bij het ontwikkelen van de aanpak. Samen met collega’s Marc Spoek en Eveline Los bezocht zij de kick-offbijeenkomsten. “Het belang van deze bijeenkomsten is groot”, vertelt Anouk. “Daar wordt de eerste stap gezet naar een continue dialoog. Veilig werken is waar we naar streven. De sleutel tot de oplossing ligt in de veiligheid binnen het team. Dat is waar we het over moeten hebben.”
De aandacht voor het thema veilig werken wordt vaak als vanzelfsprekend gezien. Paradoxaal genoeg wordt er juist daarom te weinig over gepraat. Met name in teams die al lang met elkaar werken. “Medewerkers denken elkaar zo te goed te kennen dat ze over veel dingen niet meer praten”, vertelt Anouk. “Of ze denken: ik zal maar niets zeggen, want dan vinden ze me een zeur. Dat betekent dat er niet voldoende veiligheid is binnen het team.”
“Gisteren was ik op een kick-offbijeenkomst waarin bleek dat iedereen geregeld over zijn eigen grenzen van veiligheid heen gaat. Wat ze thuis niet accepteren van hun kinderen, accepteren ze wel van de bewoners. Maar ze praten er weinig over. Zo was er een bewoner die een keer met een mes had gedreigd en vervolgens een keramisch vleesmes van haar zus voor haar verjaardag kreeg. De begeleider had het vleesmes niet afgepakt, maar wel dagen met angst rondgelopen. En er niet over gepraat.”
Over dit voorbeeld kwam in de bijeenkomst meteen de dialoog tot stand. Twee directe collega’s, die ook aanwezig waren op de bijeenkomst, wisten niets van het mes en van de zorgen van de begeleider. De begeleider wilde niet zeuren en de situatie zelf oplossen. “Dat zien we vaker, zeker bij lichte incidenten”, aldus Anouk. “Uit onderzoek blijkt dat als over dit soort dingen toch gesprekken worden gevoerd, dat er niet één probleem is waar geen oplossing voor is.”
Onveiligheid binnen teams kan ook te maken hebben met een generatiekloof. “Mensen van rond de vijftig zijn anders opgeleid. Vroeger namen ze vrijheidsbeperkende maatregelen of gaven ze cliënten medicatie. Later werden medewerkers getraind om ongewenst gedrag op een andere manier op te lossen. Daarmee ontstond het idee: als het je niet lukt om de cliënt rustig te krijgen, ligt het aan jou. Tegenwoordig is de opvatting genuanceerder. Toch krijgen jonge medewerkers nog wel eens te horen: ‘Als je er niet tegen kan, ga je maar ander soort werk zoeken.’ Dat is funest, dan praat je dus nooit meer over je gevoel van onveiligheid.”
Jongeren durven in een team met vooral ervaren medewerkers dus niet altijd iets te zeggen. Maar het komt ook voor in teams waarin de gemiddelde leeftijd veel lager ligt. “Jonge mensen gaan er vaak vol voor. Ze hebben een winnaarsmentaliteit en laten hun kwetsbaarheid niet zien. Dan komt een dialoog ook moeilijk op gang.”
In één van de bijeenkomsten werd iedereen uitgenodigd te vertellen over een geval van ‘bibbers in de benen’. Een bestuurder vertelde dat ze jaren geleden begeleider was van een 14-jarig meisje in een rolstoel. Als ze boos was, gaf het meisje vol gas en ramde ze alles en iedereen die in de buurt stond. De oplossing van haar collega-begeleiders was om het sleuteltje van de rolstoel om te draaien, als het meisje boos werd. Daardoor werd haar frustratie alleen maar groter. De bestuurder vond het niets, maar durfde – jong als ze toen was – niets te zeggen.
“Iedereen herkende dat”, zegt Anouk. “Iedereen had wel eens rondgelopen met een probleem waarover ze niets hadden durven zeggen. In de bijeenkomst gingen ze daarover in gesprek. Daarmee was ook in deze organisatie de kick-off het begin van de dialoog.”
De VeiligPlus-aanpak is een initiatief van Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg (StAG), een samenwerkingsverband van werkgeversorganisatie VGN en werknemersorganisatie CNV Zorg & Welzijn, FBZ, FNV Zorg & Welzijn en NU'91. Voor meer informatie: www.arbeidsmarktgehandicaptenzorg.nl