Het gedrag van een cliënt bracht Michele Torres en haar collega’s bij Amsta tot het invoeren van een nieuwe veiligheidsaanpak. Gestoeld op kennis over de cliënt én elkaar. “We lijken één persoon, ondanks onze verschillen in houding, woorden en grapjes. Onze begeleidingsstijl is gelijk. En dat maakt dat we niet bang zijn om in te grijpen als het alsnog escaleert. Omdat we weten hoe we het beste kunnen reageren.”
Michele Torres is persoonlijk begeleider bij Amsta op de Overtoom in Amsterdam. Daar wonen mensen met een ernstige verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Om de veiligheid beter te borgen, maakten zij en haar collega’s een aanpak op maat. “Er was een cliënt die heel vaak agressief werd. Als de situatie voor hem niet duidelijk was, dan kon het snel escaleren. Dan sloeg hij met zijn hoofd tegen het raam. En daarna richtte hij zich op de begeleiders. Slaan, schoppen, bijten. Het was een grote jong-volwassen man met het niveau van een kind van 4.”
Michele had een goede band met hem. Maar in het team waren ook mensen met een knoop in de maag als ze met hem moesten werken. Ze moesten deze medewerkers uitnodigen om hem te zien als een mens. Niet als iemand met gedragsproblemen. Zeven mensen gaven zich op om als kleine groep vast met hem te werken, waaronder Michelle. De samenwerking en communicatie was heel intensief. “Iedere dag kwamen we bij elkaar om hem te bespreken. Hoe is hij de dag gestart, wat is er gebeurd, hoe heb je gereageerd enzovoorts.” Alsnog maakte de groep escalaties mee waarbij de mensen zich onveilig voelden. Achteraf gingen ze altijd zitten om erover te praten. Hoe kunnen we dit voorkomen, wat moeten we de volgende keer doen, wat kunnen we doen om spanning weg te nemen? “Doordat we in een kleine groep werkten, zonder invallers, was de samenwerking effectiever en stemden we ons gedrag beter op elkaar af. Daardoor konden we consequent handelen. Het hielp voor het gevoel van veiligheid om het zo intensief met elkaar aan te pakken.”
Toch was ook deze aanpak nog niet voldoende. Ze nodigden een expert uit om zijn dossier te bestuderen en hem te observeren. Daaruit bleek dat hij meer vrijheid nodig had. Hij vocht voor zijn autonomie. “Wij gaven die niet omdat we twijfelden of hij er goed mee om kon gaan. De jongen ging bij ons vijf jaar lang na elke activiteit in een ruimte die op slot ging, om te ontspannen. Maar soms was hij al ontspannen als hij de ruimte inging. De expert was nodig om verandering aan te brengen.” Hij adviseerde de cliënt niet meer apart te zetten, maar hem de hele dag mee te laten doen. Zowel bij inspanning als bij ontspanning.
Veel begeleiders vonden het erg spannend. Toch nodigden ze hem uit om de hele dag deel te nemen aan het gewone leven. “Het idee was dat hij niet zo zou vechten om mee te kunnen doen. Het is heel goed gegaan. Hij mocht helpen met thee zetten, tafel dekken, opruimen. We gaven hem taken waarbij hij moest nadenken. Daardoor had hij veel minder ruimte voor negatieve gedachten en waren er minder botsingen.”
Het zette Michelle als begeleider ook aan het denken over hoe zij dingen kon aanpakken. Bijvoorbeeld als hij bij vrieskou zonder jas naar buiten wilde. “Je zou dan nee willen zeggen. Maar nu probeer ik hem te ontmoeten door samen naar buiten te gaan zonder jas. Zo kan hij zelf voelen hoe het buiten is. Er zijn in het verleden zoveel verhalen aan hem verteld die niet klopten, dat hij je niet zomaar gelooft. Dat is begrijpelijk. Dus laten we hem dingen zelf ondervinden. Deze aanpak werkt voor hem. En ook voor ons als begeleiders.”
De VeiligPlus-aanpak is een initiatief van Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg (StAG), een samenwerkingsverband van werkgeversorganisatie VGN en werknemersorganisatie CNV Zorg & Welzijn, FBZ, FNV Zorg & Welzijn en NU'91. Voor meer informatie: www.arbeidsmarktgehandicaptenzorg.nl