De teams bij Bartiméus die meededen aan de pilot van de VeiligPlus-aanpak, waren enthousiast over de openheid die door de aanpak ontstond. Bestuurder Jopie Nooren was benieuwd wat ze daarvan terug zou zien in de dagelijkse praktijk. Daarom draaide ze, zoals ze vaker doet, een dag mee met een team. Het bevestigde wat ze ook hoorde van andere deelnemende teams: “De VeiligPlus-aanpak laat zien wat het verschil is tussen objectieve en subjectieve veiligheid. En dat daarover gepraat moet worden.” De vraag is: hoe nu verder?
Bartiméus is een expertiseorganisatie die zorg, onderwijs en andere dienstverlening levert aan mensen die slechtziend of blind zijn, waaronder een grote groep mensen met een verstandelijke beperking. Eind 2017 startten hier negen teams met de pilot van de VeiligPlus-aanpak. Inmiddels is de pilot al een tijdje afgerond, het thema veiligheid staat op de agenda. Hoe nu verder met de dialoog, dat is de vraag. Moet het met of zonder een strakke methodiek zoals de VeiligPlus-aanpak? En hoe ziet Jopie haar rol als bestuurder?
“Sommige mensen denken dat het gaat zonder methodiek, maar ik denk van niet”, aldus Jopie Nooren. “De VeiligPlus-aanpak werkt omdat het een methodische aanpak is, waarin we door alle lagen heen expliciet maken dat het thema veiligheid belangrijk is. De methodiek werkt goed, omdat de opzet eenvoudig is en omdat het meegenomen wordt in het reguliere werkoverleg.”
De dialoog kwam door de VeiligPlus-aanpak goed op gang, het waren nuttige en zinvolle gesprekken, hoorde Jopie. “De aanpak werd niet gezien als tijdrovend of belastend en de medewerkers vonden het goed dat veiligheid van hoog tot laag als belangrijk ervaren werd. Ze spraken nu over dingen die eerder niet ter sprake kwamen. En dat was vooral: zeggen als je iets spannend vindt, bij elkaar informeren hoe het gaat. Je hoeft niet altijd sterk te zijn, we moeten juist elkaar steunen.”
Zelf heeft Jopie in de Veiligheidsrondes vijf teams gesproken. “Voor mij als bestuurder is het leerzaam om gesprekken aan te gaan. Toen ik eraan begon, dacht ik: Hoe voorkom ik dat ik mensen die leiding geven overrule? Maar de teamleiders namen goed hun eigen verantwoordelijkheid. Ik wil vooral luisteren, meedenken en aandacht geven. Verder probeerde ik zoveel mogelijk weer bij het team te leggen. Soms wilden mensen ook alleen hun verhaal kwijt.”
Ieder gesprek was anders, vond Jopie. “Dat laat de breedte van het onderwerp veiligheid zien. Teams bespraken of het systeem voldoende ondersteunt, of ze het eens zijn over de normstelling in het team en of ze open en eerlijk naar elkaar zijn over hoe ze zich voelen. Verder merkten ze hoezeer ze kunnen verschillen in hoe ze veiligheid ervaren. De teams werden zich daardoor bewust van objectieve en subjectieve veiligheid. En dat je daarover moet praten.”
Bij een team dat werkt met mensen met ernstige meervoudige en verstandelijke beperkingen heeft Jopie na de Veiligheidsronde een dag meegelopen. “Ik vind participatief observeren heel belangrijk. Het team had me verteld over de verbeterde sociale veiligheid en openheid door de dialoog. Ik wilde zien wat ik daarvan zou merken in de dagelijkse praktijk.”
Het team werkt met mensen die slechtziend of blind zijn en een verstandelijke beperking hebben. Velen van hen kunnen niet praten en hebben ook een hechtingsstoornis. “Als het drie diensten achter elkaar goed gaat, dan ga je als begeleider een beetje de grenzen verleggen. Je denkt: ‘De cliënt begrijpt mij en ik begrijp hem, we gaan de volgende stap maken om de zelfredzaamheid te vergoten.’ Als het dan toch weer escaleert, denk je dat het aan jou ligt. Je gaat aan jezelf twijfelen. Op zich is het mooi als je nadenkt over je professionele handelen, dat is een lerende houding. Wat niet goed is, is dat iemand het ziet als een persoonlijk falen. Durf je het daarover te hebben? Dat was het thema van deze groep. Door de openheid die was ontstaan in de dialoog, werd op de werkvloer veel meer samen besproken. Medewerkers dachten meer met elkaar mee en steunden elkaar. Ik was trots, toen ik dat zag.”
Al met al wordt er positief teruggekeken op de VeiligPlus-aanpak. Alle deelnemende teams hebben nu een aandachtsfunctionaris veiligheid, die zorgt dat het gesprek over veiligheid blijvend wordt gevoerd. Maar de aanpak is nog niet doorgevoerd in andere teams. “Is de VeiligPlus-aanpak een vrije keuze of niet, dat is nog de vraag. Als we de aanpak verplichten, moeten we die ook faciliteren en, binnen de beperkte financiële ruimte die we hebben, de ondersteunende rol goed vormgeven.”
Wat verder een dilemma is, is dat er meerdere projecten lopen bij Bartiméus, zoals de verbeteracties op basis van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. “In het Kwaliteitskader geven de teams zelf prioriteiten aan in de thema’s die ze bespreken. Sluiten we daarbij aan of niet? En als we het niet doen via de methodiek van de VeiligPlus-aanpak, valt veiligheid als onderwerp dan van de tafel? En blijven de drie lagen van de organisatie nog wel betrokken bij de dialoog? Als dat niet zo is, laat je iets los wat juist mooi is in de methodiek.”
Er zijn dus nog vragen en dilemma’s, vindt Jopie. Die gaan ze eerst bespreken, voordat kan worden besloten hoe de dialoog over veiligheid wordt voortgezet. “Ik denk dat we met de VeiligPlus-aanpak op een goede manier met veiligheid bezig zijn. Nu wil ik eerst goed luisteren naar wat de stuurgroep veiligheid en de mensen die meegedaan hebben met de pilot ervan vinden.”
De VeiligPlus-aanpak is een initiatief van Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg (StAG), een samenwerkingsverband van werkgeversorganisatie VGN en werknemersorganisatie CNV Zorg & Welzijn, FBZ, FNV Zorg & Welzijn en NU'91. Voor meer informatie: www.arbeidsmarktgehandicaptenzorg.nl